Yael

woont sinds 2000 in de buurt

Hier woont van alles: jonge gezinnen, yuppen, ouderen, expats. Veel mensen passen ook echt in deze buurt. En dat komt allemaal langs hier op dit punt.

Yael Goudsmit komt al vanaf haar achttiende in de buurt om boodschappen te doen: ‘Ik heb dit altijd al een fijne buurt gevonden. Erg ontspannen’. Later maakte ze de grote oversteek, ze ging aan de Nassau­kade wonen en opende haar makelaarskantoor Urban Homies. Een van de grootste veranderingen in de buurt? Café Nassau aan de De Wittenkade. Daarmee deed het moderne café zijn intrede in de buurt.

Yael, kun je me vertellen hoe jij in deze buurt terechtgekomen bent?

Ik heb dit altijd al een fijne buurt gevonden. Eigenlijk kom ik hier sinds mijn achttiende. Ik heb in de Tweede Goudsbloemdwarsstraat gewoond, in de Jordaan. Dat was mijn eerste echte eigen plek. Ik kwam hier dan altijd boodschappen doen bij de Dirk. Ik kwam hier bij wijze van spreken in mijn pyjama naar de winkel. Erg ontspannen. Nu niet meer hoor.

Jaren later en vele woningen verder ben ik aan de Nassaukade komen wonen, vlak naast Checkpoint Charlie. Daar startte ik met mijn makelaarskantoor Urban Homies. Eerst alleen vanuit huis, later met een eerste medewerker erbij, en toen er nog iemand bij kwam moest ik echt op zoek naar kantoorruimte.

Hoe ging dat?

Op een dag fietste ik langs dit pandje en zag dat het te huur stond. Het was de ideale plek zo op de hoek van de Fannius Scholten- en de Bentinckstraat, echt een gezellige hoek. Het voelde perfect. Het is een heerlijk rustige plek waar je de buurt voorbij ziet schuiven.

De buurt was niet direct enthousiast: ‘weer een makelaarskantoor?’ Toen wij hier aan het verbouwen waren, hebben we een briefje van een buurman in de bus gekregen ‘dat hij niet op ons zat te wachten’. Prima. Terwijl dit pand er dus al jaren leeg en verwaarloosd bij stond.

En hoe is het nu met de buren?

De Italianen op de hoek zijn ontzettend gezellig. In de zomer lopen we over en weer. Zij hebben hier ook nog naar gekeken toen het te huur stond, maar het was niet praktisch: alleen casco en geen gasaansluiting. Voor ons juist een uitgelezen kans om ons duurzaam ondernemen voort te zetten. We rijden elektrisch en verwarmen middels infrarood panelen. Wij zijn helemaal klaar voor 2050.

En de andere buren?

Met de andere buren en bewoners hebben we ook leuk contact. Een buurman die hier al heel lang woont vertelde mij dat hier vroeger een groenteman heeft gezeten. Dat is lang geleden. Daarna heeft het een tijd leeg gestaan. En buren die hun huis of etage willen verhuren lopen bij ons naar binnen, soms voor advies, soms voor een ­praatje. Wij verhuren en verkopen namelijk ook hier in de buurt.

Waarom de Staatsliedenbuurt?

Ik heb bewust voor deze buurt gekozen. Fijn, niet te druk, dat wilde ik zo. Niet heel veel mensen op straat zoals in de Pijp. Daar is het druk en commercieel. Of in de Jordaan. Ik zou niet in de ­Jordaan willen zitten. De uitvalswegen zijn ook nog eens goed bereikbaar. Ideaal.

Wij hebben van een casco ruimte een huiselijk kantoor gemaakt. Ik ben blij hoe we er nu echt onze eigen plek van hebben kunnen maken. Ik wil ook dat het er gezellig uitziet voor de buurt, dat we een groene toevoeging zijn. Op de hoek hebben we een geveltuin laten aanleggen. In de zomer staat daar een gigantische jasmijn te bloeien. Daar word ik nou gelukkig van.

Hoe zou jij de buurt omschrijven? Wat vind jij er uniek aan?

Hier woont van alles: jonge gezinnen, yuppen, ouderen, expats. Veel mensen passen ook echt in deze buurt. En dat komt allemaal langs hier op dit punt. Het is een leuk punt. Rustig ook. Heel anders dan in de Jordaan. Ja, hier vind ik het rustig en veilig.

En het park is natuurlijk heel dichtbij. Echt een uitvalsbasis voor de mensen hier.

Je zegt dat het hier veilig is. Hoe bedoel je dat?

Er is weinig overlast. Nu is er hier wel net ingebroken en zijn twee elektrische fietsen gestolen, maar dat is een incident. Ik heb een veilig gevoel over de buurt. Er gebeurt hier weinig, weinig criminaliteit. Daarom wonen mensen hier ook zo graag. Ook jonge gezinnen. Kinderen lopen hier van jongs af aan alleen over straat. Dat geeft een heel dorps gevoel.

Identificeer je je met de buurt?

Nee, dat nou ook weer niet. Ik identificeer mijzelf sowieso niet met zoiets specifieks. Niet als Amsterdammer, ook al ben ik hier geboren. Maar ik ben ondertussen vaak verhuisd. Vijftien keer, als het niet meer is. Dus nee, met de buurt identificeer ik mij niet.

Zijn er typische buurtgenoten?

Kijk, bijvoorbeeld die Italianen hier tegenover. Wist je dat dat twee verschillende Italianen zijn? Dat is Nico. Die daar heen en weer loopt. Dat is een echte buurtbekende. Hij werkte eerst voor Bella Storia, maar heeft nu het restaurant op de hoek overgenomen. Twee Italiaanse rivalen. Dat zal wat worden als de terrassen weer open mogen. De hele buurt weet in ieder geval dat hier heel goed Italiaans kan worden gegeten.

Heb jij in al die jaren de buurt zien veranderen?

Niet heel erg. Nee, dat kan ik niet zeggen. Ik zie dat er minder alcoholisten door de buurt zwerven. Die zag ik voorheen op bankjes zitten. Dat kan komen omdat er ook minder ouderen in de buurt wonen. Er komen meer jonge gezinnen naar de buurt, al vertrekken die ook weer.

Met de komst van het café op de hoek van de De Wittenkade is er wel wat veranderd. Hoe heet het ook alweer? Nassau. Elf jaar geleden was dat. Ik weet dat nog, want mijn zoon was toen net geboren. Dat was eigenlijk het eerste moderne café in de buurt. Daarna zijn er meer gekomen. Daar op het andere hoekje zit nu ook iets leuks en op het plein hier natuurlijk, maar dat is echt van de laatste jaren.

Bij dit project worden ook foto’s gemaakt. Welke plek in de buurt is voor jou bijzonder?

Dan denk ik aan deze plek. Ja, hier. Hier ben ik trots op. Hier heb ik hard voor gewerkt. En hier zit ik. Bij dit raam. Daarboven zit ook een bijzondere gevel met een leuke muurschildering. Ik weet niet precies wat het betekent, maar daarboven, ja. Moet je zo maar even kijken.

Tekst | Jette Uittenhout

Beeld | Peter Valckx

Reacties zijn gesloten.