Woont sinds haar 19e op de Wittenkade
‘‘Ik heb drie keer in mijn leven een huis gekraakt. Dat is overigens op eigen initiatief en dus niet als onderdeel van een beweging of overtuiging.[..]Dat leek hier [in de Staatsliedenbuurt] te kunnen en dus deed ik dat gewoon’’
Maria werd in 1948 geboren in het Gelderse dorpje Millingen aan de Rijn, grenzend aan onze Duitse buren. Zij woonde daar tot haar 19e maar werd verliefd en dat bracht haar naar Amsterdam, meer specifiek naar de Wittenkade in Amsterdamse Staatsliedenbuurt.
Zij startte op haar 32e met studeren en volgde de studies: Spaanse taal en letterkunde & taalwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. Daarnaast studeerde ze ook even aan de Universiteit van Malaga en woonde voor korte tijd op Mallorca. Uiteindelijk heeft de Wittenkade Maria altijd naar Amsterdam doen terugkeren.
Haar eerste woning
Aangekomen in de Staatsliedenbuurt heeft Maria een huis op het oog dat ze kraakt “Dat kon nog in die tijd”, vult ze aan. Ik bewoonde daar eerst een halve woning. Dat beviel mij overigens niet en ik wilde graag verhuizen naar een benedenwoning. Dat heb ik toen gedaan.
Nog altijd woont Maria in een benedenwoning aan de Wittenkade. Het huis heeft een enorme tuin waar veelal wordt gedacht dat het een gemeenschappelijke is, toch is het echt alleen van haar.
Een linkse buurt
Toen Maria in de Staatslieden terechtkwam, was het een enorm linkse buurt, vertelt ze. Veel CPN-leden in de wijk en later ook van de PSP. De Staatsliedenbuurt leek op dat moment een erg autonome buurt, er woonden hier ontzettend veel krakers en die brachten de nodige reuring met zich mee. De woningen in die tijd waren slecht onderhouden, de buurt had een oud en vervallen karakter. Maar ik heb ook veel opstanden meegemaakt. Het protest tegen de komst van de burgemeester in onze wijk is mij altijd bijgebleven. Hij was hier simpelweg niet welkom en is door bewoners uit de buurt uitgezet.
‘Tante Miep sprak dan met haar ellebogen rustend op een kussentje in het vensterraam met tante Sjaan die overigens exact op dezelfde wijze in het raampost hing, dat was een beetje de sfeer’
‘Achter bij mij aan de Wittenkade, in de Wittenstraat, werden de doorgaans oude huizen bewoond door nieuwe Amsterdammers. Zij kwamen vaak van over de landsgrenzen om hier in Nederland te komen werken. Deze nieuwe buurtgenoten brachten andere culturen, talen, gewoontes en geuren met zich mee. Het had een interessante invloed op de samenstelling van de buurt. Ikzelf kwam uit de provincie en bij ons thuis werd echt niet rood gestemd, toch woonde ook ik in deze buurt. Ik kan me overigens ook herinneren dat in die periode veel oud Amsterdammers de stad verlieten en verhuisden naar Almere. ‘
Een jonge dame uit de provincie in een kraker buurt, hoe was dat?
‘Ik heb drie keer in mijn leven een huis gekraakt. Dat is overigens op eigen initiatief en dus niet als onderdeel van een beweging of overtuiging. In drie gevallen wilde ik het huis graag hebben en ik zag dat die mogelijkheid er was. Dat leek hier te kunnen en dus deed ik dat gewoon. Maar bezoeker van het krakerscafé was ik niet. Dus onderdeel van de linkse beweging van die tijd ben ik nooit geweest. ‘
Een interessante en een nog altijd levende carrière
Met een bak aan levenservaring start Maria haar studie aan de Universiteit van Amsterdam tussen 17- en 18-jarige medestudenten. Zelf is zij op dat moment 32 jaar. Zij werkte in die periode op een juridische afdeling van een octrooibureau. Die baan geeft zij uiteindelijk op om zich vol te kunnen focussen op haar talenstudie. Wanneer zij 38 jaar is, rondt zij haar studie af en richt zij haar eigen taleninstituut op.
Maria is op 75-jarige leeftijd nog altijd werkzaam en doet nog steeds wat ze na haar studie is gaan doen: trainingen en cursussen verzorgen over taal, lesgeven en teksten redigeren. Haar klussen komen op haar pad, daar hoeft ze nog altijd geen moeite voor te doen. Daarbij vult ze zelf aan: “Het is niet per se een fysieke uitdaging.”
Naast dat ze nog steeds werkt kan ze ook nog steeds doen wat haar het gevoel van gezond zijn geeft: reizen, zelf auto rijden en leven zonder hulpmiddelen. Toch zijn er om haar heen ook mensen die veel beperkter zijn in doen zij is, “en als ik dat zie ben ik enorm blij dat ik dat nog niet heb.”
Een gele Lotus Europa op de Wittenkade
Nadat Maria vertelde over haar twijfels over ouder worden en dingen niet meer kunnen maakt ze een interessant bruggetje naar een anekdote over een buurman. ‘Een buurman die zelf een BMW rijdt zei laatst tegen mij: en jij rijdt ook nog zelf he!’
Het valt mij op dat ze expliciet BMW noemt en ik ben benieuwd naar haar link met auto’s. Maria gaat los. ‘Ik ben helemaal dol op auto’s en dat heb ik altijd al gehad.’ Haar meest favoriete bezit ooit is de Lotus Europa: een flitsende en gele auto gemaakt van kunststof. Ze vertelt dat passanten vaak om haar gele bolide heen liepen en op de auto tikten.
Op een bepaald moment in haar leven ruilt Maria haar sportieve auto in voor een meer praktische en vervoersvriendelijke bolide.
De Staatslieden anno 2023
Maria vertelt dat ze enkele zaken in de Staatslieden echt mist, veelal oude kruideniers en middenstanders die jarenlang in de buurt gevestigd waren. Het winkelaanbod in de buurt ervaart ze als vrij basic. Ze komt graag bij de kruidenier aan de tweede Nassaustraat, heeft twijfels bij de twee slijterijen die bijna naast elkaar zijn gevestigd, geniet van de fantastische viswinkel in de Van Slingelandtstraat, is vaste klant van de ijzerwinkel van Ronald en bedenkt zich tijdens dit interview dat ze wel weer eens langs ‘Cradam’ kan gaan.
Uiteindelijk is de liefde voor de Wittenkade heel duidelijk. Maria bezoekt graag (en vaak) de Kringloopwinkel van stichting Kerk aan Buurt aan de Wittenkade om vervolgens bij de buren koffie te drinken bij haar favoriete café Nassau.
Tekst | Harold Kreuk
Beeld | Nikki Fiorella